vrijdag 26 november 2010

Ik wil parsemein!

Hoewel ze pas tweeënhalf is, staat ze aardig haar mannetje. Zeker nu de sinterklaasdagen hun intrede hebben gedaan en de goedheilig man weer een spoor trekt van gevulde schoenen, pepernoten en blije kinderen. Ook mijn kleine meisje bevindt zich in dat spoor.
Van een van haar tantes kregen we vorig jaar een zwartepietenmuts. Die trekt ze trots op haar hoofd, waarmee het rollenspel begint. “Ik ben een échte Zwarte Piet,” zegt ze serieus, haar rechterwijsvinger streng in de lucht. Als ik haar bij haar naam noem en iets vraag, luistert ze consequent niet. “Ik ben Zwarte Piet!” Spreek ik haar vervolgens als zodanig aan, dan luistert ze direct: “Kom, Zwarte Piet, we gaan tanden poetsen,” is genoeg om haar achter me aan te laten hobbelen naar de badkamer.
Op een stil moment snoep ik een blokje marsepein. Uiteraard wil onze kleine Piet ook een stukje. Ze smult dat het een lieve lust is. Als ik later die middag bij een kop koffie opnieuw aan de marsepein ga, roept ze – nog voordat ik de kans krijg haar ook iets te geven: “Ik wil parsemein!”
Trots paradeert ze door de woning. Op haar hoofd een kleine vilten mijter. Uiteraard rood met het bekende goudgele kruis. “Ik ben een échte Sinterklaas,” zegt ze als ik door haar blikveld loop. En weer die wijsvinger. “Kom jij eens even hier, jongedame, dat ik jou een dikke kus geef,” lach ik haar toe en strek mijn armen naar haar uit. Ze kijkt bedenkelijk, zet haar handen wijs in haar zij en werpt waarachtig tegen: “Nee, papa, Sinterklaas mág je geen kusje geven.”
Ik lach – wat kan ik anders? Ze trekt de mijter van haar hoofd en komt naar me toe. “Niet lachen, papa. Ik ben een mevrouw!” Vrolijk neem ik haar in mijn armen. Samen even knuffelen en lachen.
“Papa?”
“Ja?”
“Krijg ik parsemein?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten