dinsdag 30 augustus 2016

Mijn kleine held

Dat ik hem recht moet houden, roept hij me toe en trappert er trots op los. Ja, fietsen vindt hij duidelijk leuk, ook al moet ik nog met hem mee rennen om hem vast te houden. De zijwieltjes die ik nog had uit de tijd dat zijn twee zussen leerden fietsen, passen niet op zijn fiets. En dus heb ik me voorgenomen het hem te leren zonder zijwieltjes. Moet lukken.

Vier jaar is hij inmiddels, mijn kleine held. Maar soms lijkt het alsof hij gisteren geboren is. Het was een snelle bevalling, om het eens eufemistisch te zeggen. Toen hij er klaar voor was, was de klus snel geklaard. Zó snel, dat de verloskundige niet eens meer de kans kreeg haar handen te wassen toen ze op mijn dringende verzoek met gierende banden arriveerde en mee naar de slaapkamer holde. De blik van mijn vrouw stond al op oneindig. Het hoofdje van mijn kleine held was zichtbaar. "Ik zou hem Jelle noemen. Snelle Jelle," lachte de kraamverpleegkundige, die wat later arriveerde.
Amper vijftig minuten voordat hij het levenslicht zag, stond mijn vrouw nog bij de supermarkt om de hoek de boodschappen af te rekenen. Haar pinbonnetje met het tijdstip heb ik nog lang bewaard als stil bewijs.
Leren lopen kostte hem wat meer tijd. Maar voor elk probleem een oplossing, dus hobbelde hij nog lang op zijn kont door zijn wereld. En die van mij. Zijn actieradius had er niet onder te lijden. Hij zal het wel leren, dachten we. Zijn zussen hadden er immers ook de tijd voor genomen, en liepen vervolgens binnen de kortste keren rond alsof ze klaar waren voor de avondvierdaagse.
Totdat een leidster op zijn kinderdagverblijf iets opmerkte over hypermobiliteit. De kinderfysiotherapeute kon het vermoeden alleen maar bevestigen. Doordat zijn gewrichten te flexibel waren, kostte het hem veel moeite te leren lopen. Dus bleef hij op zijn kont rondschuiven. Dan heb je immers maar één evenwichtspunt. Ze ging met hem aan de slag. Leuke, speelse oefeningen om zijn spieren te trainen en hem zijn evenwicht te laten vinden. Een feest om naar te kijken - zij het wel een serieus feest. Toen hij uiteindelijk zijn eerste stappen zette, kreeg ik zowaar vochtige ogen. Mijn kleine held kon lopen! En binnen no-time springen en rennen. Zo doe je dat.
Onlangs werd hij vier jaar. "Papa, je moet mij feliciteren, want ik ben de jarige job," waren de eerste woorden die ik hoorde toen ik die ochtend zijn slaapkamer binnenliep. Trots keek hij even later naar zijn cadeau. Een nieuwe fiets. Zonder zijwieltjes dus. In de straatjes rondom het huis heb ik hem wat laten peddelen, maar binnenkort gaat-ie mee naar een ruime plek waar ik hem zijwielloze meters laat maken.
Inmiddels is daar ook de school. Hij had er maanden geleden al zin in, uiteraard met een schuin oog kijkend naar zijn twee grote zussen. Zij leerden hem tellen tot twintig en deden hem voor hoe je je viltstift vasthoudt als je een tekening maakt. Hij doet 't allemaal moeiteloos na - met zichtbaar plezier.

Vanochtend bracht ik hem naar zijn klas. Relaxed en zelfverzekerd liep hij naar binnen. "Ga nou maar, papa," zei hij en maakte een nonchalante handbeweging, ondertussen als een volleerd charmeur glimlachend naar juf D. Met een goed gevoel liet ik hem achter. Hij redt zich wel. Mijn kleine held.

donderdag 18 augustus 2016

Wegwezen en uitpakken

Met een glimlach schuift de heer des huizes de sleutelbos over de tafel in mijn richting. Het is de laatste plichtpleging in een rijtje, deze ochtend bij de notaris. Uitleg, handtekeningen, nog wat uitleg en uiteindelijk de sleutelbos. Hoera, een nieuwe woning!
Wat later draai ik de sleutel om in het slot van de voordeur en loop lichtelijk onwennig naar binnen. Ik laat het lege huis op me inwerken. Mijn voetstappen en mijn stem galmen door de ruimte. Leuk, maar vreemd. Dit wordt de plek waar ik me thuis ga voelen, waar ik wortel ga schieten, waar mijn kinderen gaan opgroeien. Ik verheug me erop. Tegelijkertijd weet ik dat de verhuizing nu gaat beginnen. En ja..., ik heb een hekel aan verhuizen. Even later trek ik de deur weer in het slot. Naar huis - een dubbele sensatie, want ik heb nu tijdelijk twee plekken die ik 'thuis' zou kunnen noemen. Op naar de plek waarvan ik afscheid ga nemen.
Stapels verhuisdozen staan klaar. Veel van die dozen zijn gevuld, nog net zoveel zijn nog leeg. Over exact twee weken moet de tent leeg zijn, want dan zit ik nogmaals bij de notaris - dan om sleutels te overhandigen aan mijn opvolgers. Geen uitstelgedrag, aanpakken.
Op de dag die precies tussen de twee sleuteloverdrachten ligt, parkeer ik 's ochtends de gehuurde bus op de stoep. Met M. en S. ga ik aan de slag om het grote spul te verhuizen. Een karwei dat er niet om liegt. Ik zie die dag meer zweet dan koffie. Maar het lukt wonderwel, en 's avonds als ik vermoeid nog even neerplof op het ontheemde bankstel, realiseer ik me dat ik midden in de chaotische fase zit die bij elke verhuizing hoort. Hoewel ik het niet fijn vind, kan ik er ook wel om glimlachen. Het glas is niet half leeg, maar altijd half vol, zeg ik tegen mezelf. Als het even later leeg is, letterlijk, laat ik me tevreden in bed vallen.
De dagen die volgen, vertonen steeds hetzelfde beeld. Het aantal verhuisdozen in de oude woning is omgekeerd evenredig aan het aantal in de nieuwe woning. Tot de oude woning leeg is. Dan begint het échte opruimen. Hoewel ik tamelijk gestructureerd werk, is het overzicht soms ver te zoeken. "Papa, waar is onze voetbal," vraagt mijn oudste dochter. "Lieverd, als ik het wist, ging ik nu nog met jou een partijtje voetballen!"

Inmiddels zijn we een paar weken verder. Veel van onze spullen hebben hun plek gevonden. Ook een paar nieuwe kastjes die ik bij die Zweedse ballentent naar buiten heb gesleept en eigenhandig in elkaar heb gezet, staan op hun plek - gevuld en wel. Geleidelijk voelt de nieuwe plek als een thuis, en dat voelt dus goed.
"Zou je nog terug willen naar ons vorige huis," vraag ik op een ochtend aan mijn jongste dochter als we door de straat lopen. "Nee, dat niet," zegt ze gedecideerd. "Maar ik mis mijn vrienden wel," komt er wat voorzichtiger achteraan terwijl ze mijn hand vastpakt. Ik leg haar uit hoe dat werkt met verhuizen. Dat je iets achterlaat, maar dat je er doorgaans ook veel voor terugkrijgt. Ze telt pas vijf jaren, maar heeft een denkvermogen dat haar leeftijd overstijgt. Ze begrijpt mijn woorden.
Even later hapt ze thuis gretig in een krentenbol. Slurpt door een rietje van haar chocolademelk. "Verhuizen is ook best leuk," zegt ze met een grote grijns. "Ik ga nieuwe vrienden maken. Leuke vrienden!" Ik weet dat ze het goed oppakt. Verhuizen is helemaal niet zo erg, bedenk ik, ook al heb ik er een hekel aan. Ik zou nog wat van haar kunnen leren. We lachen samen. En voldaan.