dinsdag 27 juni 2017

De collectant

Spitsuur in de keuken. Ik sta druk te snijden, te wassen, te koken en te bakken. Over een kwartier komt mijn vrouw thuis en dan wil ik het eten zowat klaar hebben. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een blonde jongeman mijn woning naderen. Handig, zo'n keukenraam dat uitkijkt op de voordeur.
Er wordt aangebeld. Pfff, niet nu. Dat zou al de derde collectant deze week zijn. Vermoeiend. Bovendien nadert de pastasaus zijn vervolmaking, dus ik wil het kort houden.
Met lichte tegenzin open ik de voordeur. Voor me staat inderdaad de blonde jongeman. Rap kapsel, strak getrimd baardje, keurig en kleurig gekleed. Rechts een collectebus van Kika. Over goede doelen gesproken. In een tiende van een seconde heb ik hem in me opgenomen. "Hee, alles goed?", werpt hij me amicaal toe.
Hee, alles goed? Die moet ik even laten bezinken, merk ik. Hee, alles goed. Zo begroet ik mijn vrienden, sommige naaste familieleden en wat soortgenoten die me na aan het hart liggen. "Dat zeg je niet zomaar," geef ik hem terug. Mijn blik is dan al afgedwaald naar zijn collectebus. "Ik weet ook niet of ik dit de juiste manier vind om een gesprek te beginnen zoals jij dat nu met mij beginnen wil."
De jongeman is duidelijk van zijn stuk gebracht. Ik kijk hem strak aan, 'n beetje streng.
"Dag meneer. Ik kom collecteren voor Kika. Kent u Kika toevallig?"
"Ja, ik ken Kika toevallig," zeg ik. Om een reden die ik inmiddels vergeten ben, heb ik een van de voorafgaande dagen de website van Kika bezocht. Maar dat hoeft hij niet te weten.
"Nou, dan weet u vast wel dat Kika zich ten doel stelt om..."
"... de genezingskansen bij kinderkanker te verhogen. En om de kwaliteit van behandelmethoden te verbeteren. En daarvoor is geld nodig. Veel geld. En om precies die reden zijn jullie nu aan het collecteren."
Hij kijkt me aan met een onzekere glimlach. Wat moet ik met die vent, zie ik hem denken. De collectebus komt omhoog. Demonstratief rammelt hij er een keer mee. "Inderdaad. Mag ik u daarom vragen om een bijdrage in de strijd tegen kinderkanker?" Hij blijft netjes in zijn rol. Doet-ie goed. Maar hij irriteert me. Die begroeting. Alsof we samen in de schoolbanken hebben gezeten.
De beslissing heb ik dan al genomen. "Dat mag je me best vragen. Maar ik ga niets in je collectebus gooien. Ik stort deze week mijn bijdrage op de rekening van Kika."
De gestrekte rechterarm gaat terug naar zijn lichaam. "Dat mag, meneer. Dan wil ik u namens Kika graag bedanken voor uw bijdrage," zegt hij gemaakt enthousiast.
De deur valt vredig in het slot en ik loop snel terug naar mijn pruttelende pastasaus. "Ben je hier al geweest?", hoor ik buiten een meisjesstem roepen. Ik zie een donkerharig meisje wijzen naar mijn voordeur. De stem van de jongen roept iets terug wat ik niet versta. Het maakt me ook niet uit wat hij roept. Of denkt. Hij vindt me vast een rare vogel. En dat ben ik. Soms. Een rare vogel.