woensdag 9 februari 2011

Rotterdam

Ze vertelt dat ze over twee weken weer naar Rotterdam gaat. Daar woont een vriendin met wie ze graag de stad in gaat.
“Ik vind Rotterdam een mooie stad. En zo gezellig,” zegt ze.
De paar keer dat ik in Rotterdam ben geweest, heb ik vrij weinig van de stad gezien. Veel sfeer heb ik er in ieder geval niet geproefd, maar dat kan uiteraard aan mij liggen. En dus ben ik nieuwsgierig naar wat ze zo aantrekkelijk vindt aan onze nationale havenstad.
“Het is er zo anders dan in de rest van ons land,” antwoordt ze. “Ik vind veel Nederlandse steden hetzelfde, maar Rotterdam is zo anders.”
Dat zou wel eens kunnen kloppen. Ook ik vind dat downtown Rotterdam een bijna on-Nederlands karakter heeft. Ik vraag haar of ze enig idee heeft hoe dat kan.
Nee, geen idee.
Ik vertel haar kort over het genadeloze bombardement van de Duitsers. Het centrum van de stad werd in die donkere meidagen van 1940 met de grond gelijkgemaakt. In een bommenregen die amper een kwartier duurde.
Na de oorlog restte niets anders dan de stad opnieuw op te bouwen. Letterlijk vanaf de grond.
Ze kijkt me aan met grote ogen. Rotterdam gebombardeerd? “Nee, dat wist ik niet.”
Ze is ongeveer van mijn leeftijd en van Nederlandse origine, dus ze moet het toch ook op school hebben meegekregen. Ik krijg stiekem zin haar te vragen naar de naam van de burgemeester van Rotterdam. En naar het inwoneraantal van de stad. En van haar eigen stad, Enschede. Maar ik doe het niet. Het zou flauw zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten