zondag 24 maart 2024

Een verrassend etentje

Soms valt er wat te vieren. Zo ook nu. Samen met mijn lief en mijn kinderen gaan we naar een restaurant in de binnenstad. Ik ken de tent niet, maar een collega was er enthousiast over. Daar durf ik dan wel op te vertrouwen.

We stappen over de drempel en laten ons door een serveerster naar onze gereserveerde tafel loodsen. Of we iets willen drinken? Ik ben op het moment wel te vangen voor een droge witte. Snel noemt ze de droge witten op die ze achter de bar hebben, maar ik versta er niets van. Dat ligt deels aan de akoestiek in de ruimte, maar ook - en vooral - aan haar snelheid van spreken. Een lichte irritatie begint in me op te borrelen, maar ik vraag beleefd of ze het rijtje nog eens wil opnoemen. Het resultaat is hetzelfde, dus geef ik de moed op en zeg dat ik de eerste uit het rijtje wil.

Overigens blijkt dat een prima keuze, maar dat terzijde.

De menukaart? "Die hebben we niet, maar u kunt de QR-code scannen die op uw tafel ligt. Dan heeft u de kaart op uw telefoon." 
Dát is nog eens handig. Vooral als je je telefoon niet bij je hebt of als de accu van het ding leeg is. 
Hoewel ik een volgeladen mobiele Koreaan in mijn binnenzak heb, heeft mijn lief de QR al gescand. Ook de kinderen kijken op dat moment al naar de kaart op hun schermpjes.

Of we het concept kennen, vraagt de serveerster als ze mijn droge witte voor me op tafel zet. Concept? Nee dus. Ze legt kort uit dat de porties klein zijn en dat ze het concept 'shared dining' omarmen. Dus dat je je eten deelt met je tafelgenoten, zoiets.

En dus besluiten we allemaal iets anders te bestellen. Wat er bij de gerechten geserveerd wordt? Niets. Afijn, we bestellen er dus maar patat bij. Mijn irritatie wordt er niet minder op. Zeker als ik mijn tafelgenoten amper kan verstaan als gevolg van de akoestiek in het restaurant.

Als het eten wordt geserveerd, verbaas ik me over de kleine porties en vraag ik me af hoe ik met zo'n klein hoopje eten aan 'shared dining' moet doen. Het wordt dus gewoon 'dining', bedenken mijn lief en ik samen.

Mijn cynisme steekt de kop op. Omdat de porties zo klein zijn, hebben ze dus ook de prijs maar kunstmatig hoog gehouden. Omwille van het concept zeker. Ammehoela.

"Verhip, we hebben geen groente," merkt mijn lief terecht op. We bestellen dus maar een portie broccoli met een vrij ingewikkelde naam. Het kleine kommetje groen arriveert tegen de tijd dat onze borden leeg zijn. Ik krab maar eens achter mijn oren.

En zucht. Niet geheel zonder irritatie.

Tijd voor het desert. Telefoon erbij en bestellen maar. De deserts zijn in orde. Mijn afsluitende kopje koffie wordt geserveerd in een aardewerken bekertje. Dat maar half gevuld is. De koffie is lauw en smaakt niet. Het bijbehorende koekje geef ik aan mijn hongerig kijkende zoon.

Als ik bij de bar ga afrekenen, constateer ik droogjes dat de hoogte van de rekening omgekeerd evenredig is aan mijn gevoel van tevredenheid. De dame bij wie ik afreken, vraagt net zo beleefd als plichtsgetrouw of alles naar wens was. Ik zeg niets en kijk haar aan met een blik die ik tot in de puntjes schijn te beheersen. De mooie glimlacht verdwijnt terstond van haar gezicht.

We willen naar buiten. Weg. "Dit was anders dan verwacht," zegt mijn lief. "En dat doen we de volgende keer dus ook anders." De kinderen en ik zijn het roerend met haar eens. 

woensdag 10 januari 2024

Een retourtje poli

Poli Chirurgie. De bordjes wijzen me de weg. En hoewel ik niet zenuwachtig ben voor wat er gaat komen, voel ik me ook niet helemaal op mijn gemak. Ik meld me aan de balie en neem plaats.

Voordat ik goed en wel zit, hoor ik mijn naam. Een vriendelijke verpleegkundige roept me de behandelkamer in. We lopen snel wat persoonsgegevens na en dan legt ze kort uit wat er gaat gebeuren. Eigenlijk weet ik dat wel. Er zit een lipoom in mijn nek. Een vetbultje, zeg maar. En dat bultje wordt nu verwijderd.

Even later komt de arts binnen. Ze stelt zich voor en loopt om me heen. Ze bekijkt de boosdoener, knijpt er even in en vertelt uit welk soort verdoving ik kan kiezen. "Het ligt er maar aan hoe stoer u bent," grapt ze. 
Ik weet niet of ik het grappig moet vinden en kies toch maar niet voor de all-inclusive variant. Een béétje stoer ben ik wel. Maar ook alleen vandaag, hoor. Gehoorzaam ga ik op de behandeltafel liggen.

"De verdoving is niet zo'n fijn prikje," zegt de arts naar waarheid. Auw! Het tweede prikje is ook al zo venijnig. Nummer 3 voel ik amper, en dat betekent dat 1 en 2 hun werk al doen, zo wordt me uitgelegd.

Geen idee wat ze allemaal doet aan en in mijn nek, maar ik voel er niets van. Wel denk ik wat knip- en snijgeluiden te horen. Ik besluit geen vragen te stellen en dat is prima voor nu.

"Hij is eruit," zegt de arts in no-time. "Nu nog even dichtmaken." Dat lijkt me een goed plan. "Maakt u er een mooi Oud-Hollands handwerkje van?" vraag ik licht glimlachend van onder het doek dat me deels bedekt. "Dat ligt er maar aan hoe goed u verzekerd bent," zegt ze plagerig.
We lachen.

Zij volmondig.

Ik als een boer met kiespijn.

Als de feestelijkheden zijn afgerond, geeft ze me nog wat huishoudelijke tips mee voor verzorging van de wond en verdwijnt ze weer even snel als ze binnenkwam. De vriendelijke verpleegkundige plakt behendig een levensgrote pleister in mijn gepijnigde nek.

En dan volg ik de bordjes weer - maar nu naar de uitgang. Mijn lief loopt me tegemoet en slaat haar armen om me heen. Naar huis. Waar alleen in papier wordt geknipt en alleen in groente en fruit wordt gesneden.

vrijdag 11 november 2022

Haar vertrouwde stem

Het is stil als ik de voordeur achter me in het slot druk. Ik zet mijn tas op de grond. De vertrouwde stem die me hier altijd begroet, is er niet. En de geur van verse koffie is er evenmin.

De keuken is nog net zo opgeruimd als hoe ik die bij mijn vorige bezoek aan het appartement heb achtergelaten. De woonkamer ligt erbij alsof ze zojuist uit haar vertrouwde fauteuil is opgestaan. Maar in die vertrouwde fauteuil heeft ze al de nodige maanden niet meer gezeten.

Eind mei zat ze hier voor het laatst. Met de nodige tegenzin ging ze op last van de huisarts met de ambulance naar het ziekenhuis. Soms worden in het leven de keuzes voor je gemaakt.

Met spoed vertrok ik uit de andere kant van ons kikkerlandje om naar haar toe te gaan. "Ik wil nog niet dood," zei ze de volgende dag opgetogen en keek me vertwijfeld aan vanuit haar ziekenhuisbed. "Maar dat hoeft ook helemaal niet," zei ik. En ik vermoed dat ik haar minstens net zo vertwijfeld heb aangekeken.

Met enige regelmaat bezocht ik haar. Iedere keer leek het alsof ze weer iets had ingeleverd. Ingevallen wangen, dunnere armen, een stem die anders klonk, een bleek gezicht.

Lopen werd strompelen - achter een rollator. Strompelen werd zitten. En uiteindelijk werd zitten liggen.

"Als het weer wat beter met me gaat, dan kom ik ook weer bij jullie op visite," zei ze tegen mijn kinderen. Ze keken me vragend en ongemakkelijk aan. Want ook zij begrepen dat oma haar zicht op de werkelijkheid niet meer op orde had.

Toen was er pijn. Op de voet gevolgd door paracetamol. Morfine bleek uiteindelijk het juiste antwoord.

Die ochtend aaide ik zacht over haar hoofd. Ik fluisterde in haar oor dat ze mocht loslaten. Dat het goed was. En dat ze vertrouwen moest hebben. Toen de wintertijd die nacht zijn intrede deed, kwam ook het onvermijdelijke telefoontje van de nachtzuster.

Op haar crematie vertelde ik over haar leven, over haar vragen en onzekerheden, maar ook over haar trots en blijdschap. De minuten die ik op het spreekgestoelte stond, waren de lastigste uit mijn leven.

Het is stil als ik de voordeur open. De vertrouwde stem die me altijd gedag zegt, is er niet. En de koffie die ik voor vertrek dronk, heb ik deze keer zelf gezet. Ik pak mijn tas en trek de deur achter me dicht.

Haar vertrouwde stem zal er nooit meer zijn.