vrijdag 14 januari 2011

Bang

Sinds een tijdje heeft het kleine meisje er last van. Ze klautert ’s avonds laat – veelal rond het middernachtelijk uur – of ergens midden in de nacht uit haar bed en komt naar onze slaapkamer met de vraag of ze in “het grote bed” mag liggen.
De eerste keer vonden we het niet zo erg. Voor een keertje kan het wel. En aangezien uitzonderingen de regel bevestigen, sliep ze die nacht bij ons.
Maar de volgende nacht staat ze daar weer. Met betraande oogjes nu. Een troostknuffel en wat lieve woordjes van de vrouw van mijn dromen brengen het kleine meisje niet ertoe naar haar eigen bed terug te keren.
De volgende nacht begin ik mij toch achter de oren te krabben. Wat is dit nou? Als ik haar terug naar haar eigen bed breng, vraagt ze of ik bij haar kom liggen. Maar omdat ik met mijn 1,91 meter nou eenmaal niet pas in zo’n klein bed en naast het bijbehorende kind, lijkt me dat geen goed idee. Uiteindelijk kom ik onverrichterzake – en met het kleine meisje in mijn armen – terug op mijn eigen slaapkamer.
De volgende avond wil het meisje al bij voorbaat niet in bed. Ze blijft huilend op haar dekbedje staan. Nou ja, ze mag wel in slaap vallen in het grote bed. Ze is bang voor “de grote hond” vertrouwt ze snikkend mijn wederhelft toe. Die avond sta ik op haar kamertje en kijk verbaasd om me heen. Ik zie slechts een grote pluchen hond waarvoor ze met de beste wil van de wereld niet bang kán zijn. Misschien heeft ze iets gedroomd?
De volgende dag wordt het tijd voor actie. We besluiten het kinderbed 180 graden te draaien, zodat het hoofdeinde van haar bedje aan de muur staat. Als ze ligt, kan ze in één oogopslag haar kamertje overzien. En die nacht, jawel, slaapt ze als een roos.
Hoe kort onze vreugde duurt, merken we de volgende nacht. Terwijl ik met een groot zwaard een vuurspuwende draak van mijn lijf sla, hoor ik een kinderstemmetje huilen om papa en mama. Ik kijk op en zie de natte oogjes van mijn dochtertje. “Ik ben bang,” snikt ze.
Zodra ze naast me ligt, is ze zichtbaar rustiger. “Gaan we nu lekker slapen?” vraag ik haar.
“Ja, papa. Papa?”
“Ja, wat is er?”
“Ik vind je lief.”
“Ik vind jou ook lief.”
Samen vallen we in slaap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten