woensdag 27 april 2011

Een doffe klap

Een warme lentezon schijnt vanaf de helderblauwe hemel op mijn hoofd. Vrolijk loop ik over het geasfalteerde pad terug naar de mensen die op me wachten. Ik geniet. Van de zon, de aangename temperatuur, het mooie groen, de kwetterende vogels, de sfeer op de camping.
Een meter of vijftien voor me speelt een meisje van pakweg acht jaar met haar kleine broertje. Ik schat hem op een jaar of drie. Dikke pret. Ze tilt hem op en beent met grote passen onhandig vooruit, struikelt en valt voorover. Het kleine jochie valt mee en knalt met zijn achterhoofd op het asfalt.
Een doffe klap, gevolgd door oorverdovend gehuil. Ik schrik wakker uit mijn zonnige zomergedachten. Nog voordat ik met mijn ogen heb geknipperd, zit ik op mijn knieƫn naast het jongetje. Daarmee heb ik vast het Olympisch record op de vijftien meter verbroken. Grote zus staat ernaast, handen voor haar mond, duidelijk geschrokken.
Het bloed gutst van zijn achterhoofd. Zijn ogen draaien, en dat kan een symptoom zijn van een hersenschudding. Ik weet het niet, maar goddank is hij niet buiten westen.
Terwijl ik de schade opneem, komt zijn moeder aangesneld. De tent van het gezin staat een paar meter verderop. Ze kijkt verschrikt naar het achterhoofd van haar kind. “Scheisse, es blutet!” roept ze naar manlief, die nog bij de tent staat.
Hoe graag wil ik haar vertellen dat de hoofdwond wel meevalt – de kleinste hoofdwond kan al hevig bloeden. En dat de ogen van het kind zojuist draaiden, wat misschien op een hersenschudding duidt. Maar wie ben ik? Geen arts, in ieder geval.
Moeder tilt haar kind paniekerig op en rent ermee naar de tent, waar vader nog steeds bewegingloos staat te kijken. Het zal je vader maar wezen.
Dit is mijn verhaal niet meer, besluit ik en loop door. Het vrolijke zonnetje schijnt nog steeds en brengt mijn gedachten terug naar het vrolijke. Achter me ebt het kindergehuil weg.
’s Avonds in bed denk ik aan het kleine Duitse jongetje met zijn bebloede, blonde stekelkoppie. En aan de doffe klap die hem vast nog wel even plat houdt.
Ik vraag me af hoe hij het maakt, en of hij nog bij een arts is geweest. Een stemmetje in mijn hoofd zegt dat het goedkomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten