zondag 11 mei 2014

Moeilijk, hè? Twee dingen tegelijk!

Het is druk in de supermarkt hier om de hoek. Soms vind ik het aangenaam om door zo'n groot marketing-walhalla te struinen. Zo'n omgeving waarin aan alles is gedacht. De plek waar producten liggen, de vrijwel onzichtbare tonen van de verlichting, de geur van het afgebakken brood, de weloverwogen routing naar de kassa.
Rustig slenter ik rond, terwijl geleidelijk mijn mandje voller wordt. Gaandeweg valt me een oude echtpaar op. Ze zijn, pak 'm beet, ergens rond de zeventig. Ze zien er niet onbemiddeld uit. Ik zie dure kleding - ik vermoed merkkleding. Als hij een pak koffie uit het rek plukt, denk ik vanuit mijn ooghoeken een Rolex te zien. Beiden een trendy bril op de neus. Ik ruik een duur luchtje als ik langsloop. Ze praten net wat te hard - fout dus.
Ik vind het leuk om mensen waar te nemen. Niet om er een etiket op te plakken, maar gewoon om te bekijken, om waar te nemen. Om te bekijken wie zich hoe gedraagt. Soms om me af te vragen wie zich waarom hoe gedraagt. Of niet gedraagt.
Als mijn boodschappenlijstje is afgewerkt, loop ik naar de kassa. Verhip, daar staan die twee weer. Aan de kassa naast me legt hij de boodschappen op de lopende band; zij staat ondertussen in haar portemonnee te zoeken naar allerhande pasjes en kaartjes die je nodighebt om voorbij de kassa te komen. Even later staat hij de eerste spullen in de boodschappenkrat te stapelen.
Tijdens het pinnen stelt zij een vraag aan de kassajuf, die op dat moment de door haar gewenste koopzegels telt om af te scheuren. Het meisje kijkt op. Ze heeft de vraag niet verstaan of niet begrepen, dat ontgaat me. Wat me niet ontgaat, is dat ze even kwijt is hoeveel zegels ze nou heeft afgeteld.
Zij ziet het. Kan het niet laten. Onverbiddelijk en met een cynische glimlach. "Moeilijk, hè? Twee dingen tegelijk!" Hij barst uit in kort en luid schatergelach. Het meisje kijkt ongemakkelijk. Ik zie dat ze iets denkt, maar uit hoofde van haar functie spreekt ze het niet uit. Verstandig.
Meerdere mensen kijken op. Ook de kassajuf die mij op dat moment helpt, kijkt om. Op dat moment kijkt hij me aan. Enigszins triomfantelijk, het moet gezegd. En met een dikke grijns. Ik kijk terug. Strak. Zonder glimlach. Met een uitdrukking die ik ken van mezelf. Zo wil je niet aangekeken worden. Zeker niet vanwege een domme opmerking van je vrouw.
De grijns op zijn gezicht verstomt. Hij kijkt snel naar zijn kratje, waar hij in rap tempo de boodschappen in stapelt. Naast het stel loop ik naar buiten. Zij praat nog steeds veel te luid. Ik kijk hem nog een keer aan. Zelfde blik, zelfde effect. Terwijl ik doorloop, zie ik dat hij haar een por met zijn elleboog geeft. "Praat jij toch verdomme ook eens niet zo hard," hoor ik hem grommen. Ik gniffel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten