vrijdag 26 juni 2015

Een nieuwe jeans

Relaxed wandel ik door de binnenstad. Het zonnetje schijnt vrolijk. Ook de temperatuur liegt er niet om. Ik krijg zowaar zin in een ijsje. Dat gun ik mezelf wel, maar eerst een nieuwe jeans kopen. Even snel, zoals dat gaat.
Jeans, spijkerbroek, geef het kind een naam. Ik loop meestal dezelfde zaak binnen, heb al jaren dezelfde maat en ben dus doorgaans snel klaar met die klus. Ik loop langs het rek en nog voordat een verkoopster me in het vizier heeft, heb ik over mijn arm hangen wat ik zoek. Spijkers met koppen, zo sla ik ze graag. Snel even het pashokje in voor de formaliteiten. Maar verhip, wat krijgen we nou? Mijn ouwe, vertrouwde maat past niet. De pijpen zijn te lang en bij mijn heupen zit-ie als een halfvolle aardappelzak. Andere lengte- en taillemaat dan. Maar die past evenmin. Krijg nou wat.
Onder de stralende, blauwe hemel loop ik naar een andere zaak. Harde muziek schalt door de ruimte. "Waarmee kan ik je helpen," vraagt een piepjonge verkoper arrogant en met een gemaakt lachje. Je zou eens kunnen beginnen met 'u' tegen me te zeggen, denk ik, maar zeg hardop dat ik een jeans zoek in die-en-die maat. Hij draait zich om en loopt naar een groot rek dat vol spijkerbroeken ligt in alle soorten en maten. Met de rug naar me toe zegt hij iets tegen me, maar door de harde muziek versta ik hem niet. "Sorry, maar ik versta niets van wat je zegt," roep ik. "Oh, sorry dan. Welk model zoek je?" Ik maak hem duidelijk dat ik in ieder geval geen skinny jeans wil. Een slim fit of een straight leg dus - wie heeft die kreten ooit bedacht? Onaandachtig drukt hij me iets in de handen en loopt weg. Hopelijk gaat-ie de muziek wat zachter zetten.
Mijn maat. Mijn model. Moet passen. Maar wat schetst mijn verbazing als ook deze alles doet behalve passen. Ben ik nou groter geworden? Of kleiner? Of dikker? Of dunner? Ik loop terug naar het rek, waar de jongeman nonchalant vraagt of de broek lekker zat. Nee dus. "Oh, maar dan helpt mijn collega je wel even verder. Dag." En meneer verdwijnt even snel als hij verscheen. De verkoopster die naast me staat, vraagt onhandig wat ze voor me kan betekenen. "Niets," zeg ik en loop geïrriteerd naar buiten.
Het pasritueel gaat op vrijwel exact dezelfde manier nog vier winkels verder. Of de broeken zijn te groot, of te klein, of te wijd, of te weet-ik-wat. Ik word er verdomd chagrijnig van.
Met bijna knikkende knieën, hangende schouders en de moed der wanhoop nabij loop ik de volgende winkel binnen. Ook hier alle soorten en maten, inclusief de maten die ooit de mijne waren. Een vrouwenstem vraagt vriendelijk waarmee ze me kan helpen. Op mijn antwoord plukt ze rap een paar broeken uit het rek. "Hier zit zeker iets bij wat je past," zegt ze gedecideerd. Ik verdwijn verveeld in het zoveelste pashok van vanmiddag. De eerste drie broeken passen niet. Totaal niet zelfs. Het verbaast me niet eens meer. Maar de derde past. Het zal toch niet waar zijn? Ik val bijna om van verbazing. Zeker als ik zie dat de maat totaal niet de maat is die ik altijd had.
"Wat vind je van de kleur? 't Kan donkerder, lichter. Of dit, of dat, of zus-en-zo." Maar ik besluit eieren voor mijn geld te kiezen. "Ik neem deze. Die bevalt me." Terwijl ik het zeg, merk ik dat ik zelfs weer glimlach.
Buiten haal ik opgelucht adem. In dat ijsje heb ik geen zin meer. Alhoewel... Bij 's werelds grootste hamburgergigant scoor ik een joekel van een milkshake. Vermoeid fiets ik naar huis. Maar de zon schijnt nog steeds. En ik heb een nieuwe jeans!

woensdag 22 april 2015

Nieuwe schoenen

Het is druk in de straat, maar precies voor de deur vind ik een plekje waar ik de auto kan parkeren. Nieuwsgierig kijken twee paar kinderoogjes naar de schoenenzaak. Ik geef toe, die ziet er van buiten best oubollig uit. Of stoffig, hoe je 't benoemen wil.
We stappen uit. "Gaan we hier nieuwe schoenen kopen?" Ja, zeg ik tegen het grote kleine meisje, dat me vragend aankijkt. "Als ze iets leuks voor jullie hebben, wel. We gaan gewoon even kijken." Buiten het zicht van de twee kleine meiden haal ik mijn schouders op. Ik weet het niet. Twee kleine meiden. De een wil prinses worden in een roze jurk, de ander wil brandweerman zijn, of soldaat, of Superman. Of iets anders wat stoer is - in haar ogen.
We stappen naar binnen. De deur piept en binnen tref ik een schemerige winkel aan. Een welhaast bejaard echtpaar kijkt me aan. De eigenaars? Zij loopt op krukken. Hij loopt iets gebogen. Dit gaat niet goedkomen, denk ik. Maar het moet gezegd, achter hun schouders zie ik een groot rek met fleurige en flitsende kinderschoenen. Mijn vrouw en ik wisselen kort een blik uit. Ja, we laten ons maar eens verrassen.
Ik leg het echtpaar uit wat we zoeken voor de twee dametjes. Ze begrijpen de boodschap en gaan aan de slag. Zij hobbelt naar het rek en bekijkt wat prinsessen en supermannen zoal leuk zouden kunnen vinden, terwijl hij ondertussen gedreven de schoenmaten van de kinderen opneemt. Uiteraard niet zonder eerst een glazen pot met snoepjes te presenteren.
Ik zie vier oogjes die beginnen te glinsteren, mondhoeken die omhoog gaan. Winegums smakkend trekken ze hun schoenen uit en voordat ik het weet, rollen er twee schoenmaten uit de bus.
Tijd om te passen, kleur te bekennen en een rondje door de zaak te paraderen. Hoe langer het duurt, hoe leuker ze het vinden.
Gaandeweg heeft ook het kleine jongetje zich gemengd in het schoenenfeest van zijn grote zussen. Hij zit bovenop een pluchen leeuw en moedigt zijn zussen vrolijk aan als zij hun testrondjes door de winkel lopen met steeds andere schoenen aan hun voeten. Ze lachen steeds luider. De grote passpiegel weerspiegelt steeds meer gekke bekken.
Het prinsesje valt al snel voor een paar rappe roze stappers, terwijl Superman nog even twijfelt tussen groene en donkerblauwe stoere stampers. Tja, wat doe je dan. "Superman zou het wel weten," fluister ik in haar oor, waarna ze snel beslist.
Als het tijd is om de winkel te verlaten, mogen ze nog een keer gretig graaien in de snoeppot. Winegums te over. De man glundert bijna net zo hard als de kinderen en zwaait het kleine grut na als we naar buiten gaan.
We lopen terug naar de auto. "Dat was de leukste schoenenwinkel van de hele wereld," zegt het grote kleine meisje welgemeend. Kleine zus is het daar roerend mee eens. Mijn vrouw en ik kijken elkaar aan. Ik draai me nog even om en kijk naar de schemerige winkel met de piepende deur en het oudere echtpaar.
"Papa, komen we hier morgen nóg een keer nieuwe schoenen kopen?" Ik glimlach. Vooroordelen houden nooit lang stand.

dinsdag 18 november 2014

Makkers, staakt uw wild geraas!

Het had een prachtfeest moeten zijn, de jaarlijkse intocht van Sint-Nicolaas. We schrijven 15 november. Maar ik kan mijn ogen niet geloven als ik 's avonds in het journaal zie dat de politie in Gouda, waar de goed heiligman dit jaar voet aan land zette, liefst negentig demonstranten heeft opgepakt. Ja, dát zijn de kinderfeesten.
Veel geduw en getrek op de achtergrond. De politie heeft de handen vol aan demonstranten die kennelijk niet waarderen dat ouders met kinderen zorgeloos sint willen aanschouwen. Want daarin schuilt kennelijk het probleem. Zorgeloos sint aanschouwen, zonder dat wij naïevelingen ons realiseren dat al die Zwarte Pieten een zachte verwijzing zijn naar ons slavernijverleden. Het zijn knechten, en ze doen hun plicht in dienst van sint.
Tja, het moet gezegd. Wij Nederlanders waren ooit zowat de grootste slavendrijvers van deze planeet. Het valt niet te ontkennen. Maar toen onderwijzer Jan Schenkman ergens halverwege de negentiende eeuw voor zijn prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht bedacht dat sint best wat hulp kon gebruiken, kan ik mij niet voorstellen dat Schenkman er enig racistisch motief bij had toen hij Piet een donker voorkomen gaf. In het ongunstigste geval zegt Schenkmans keuze iets over het algemene mensbeeld dat we in die dagen hier hadden. Niets meer, niets minder.
Volgens een van de legenden is Sint-Nicolaas van oudsher een beschermheilige van kinderen. Zouden ze een dergelijk goedaardig figuur onderdrukte slaven hebben meegegeven? Zeg het maar.
Sint-Nicolaas is zeker niet altijd onomstreden geweest. Na de Reformatie probeerden protestantse predikanten het van oorsprong katholieke feest af te schaffen, omdat het gestoeld zou zijn op de verering van een heilige. Die stijfkoppige Hollanders waren echter hardleerser dan de leer van Luther en de zijnen,  waarmee het een niet uit te roeien feest bleek. Overigens ging de goed heiligman in die dagen nog niet door het leven met een schare donkere knechten; pas na de Tweede Wereldoorlog werd het gemeengoed dat sint zich vergezeld ziet van een complete scheepslading Zwarte Pieten.
Vorig jaar vond een intelligent iemand bij de VN in New York opeens dat het grootste kinderfeest van ons land  een racistisch tintje kent, doordat Sinterklaas een zwarte knecht in dienst heeft. Nergens op gebaseerd, maar meteen ontstond er een discussie rondom Piet. Moet-ie nou écht zwart zijn? Da's toch racistisch?
Van alle non-discussies die ik in mijn leven voorbij heb zien komen, is dit wel de grootste. Dat we Piet moeten associëren met ons slavernijverleden, heb ik nog niemand met feiten horen onderbouwen, alleen met emoties. Laat het kinderfeest een kinderfeest zijn, in al zijn onschuld. Laat kinderen het leuk vinden dat ieder jaar een statige, oude heer ons land bezoekt met zijn hulpjes en vrolijk kado's uitdeelt. Geen kind dat sint een racistische, oubollige slavendrijver vindt. Geen ouder die sceptisch naar de goed heiligman kijkt en medelijden heeft met die onderdrukte Pieten.
De schaamteloosheid waarmee 's lands grootste kruidenier Zwarte Piet uit zijn reclame-uitingen filtert, vind ik ronduit hemeltergend. Ik neig er bijna naar deze winkelketen te gaan boycotten - net zoals deze winkelketen Zwarte Piet boycot. Zó doe je dus afbreuk aan een mooi stukje cultureel erfgoed.
Wie een groots kinderfeest verstoort met een onzinnige demonstratie, wordt terecht opgepakt door de politie. Spijtig dat veel Goudse kinderen hebben moeten zien dat politieagenten ook best hard kunnen optreden. De sinterklaasherinnering van deze kinderen is definitief ingekleurd met een zwart randje - zo zwart als Zwarte Piet. Zou dát de bedoeling zijn geweest? Ziek.
Ons kikkerlandje is ooit groot geworden als gevolg van onze Hollandse ruimdenkendheid. Het leverde ons de befaamde Gouden Eeuw op. Vrijheid van religie bracht ons rijkdom, kennis en macht. Maar van die ruimdenkendheid is weinig meer over, vrees ik. Wat een andere kleur heeft, bekijken we kritisch en afkeurend. Wat ons niet zint, verstoren we met een smaakloze demonstratie.
Waar waren deze demonstranten trouwens vorig jaar? En het jaar daarvoor? Toen waren ze er niet. Nee, toen was er geen hype waar ze achteraan konden rennen.
Sinterklaas is een ouwe taaie. Na de Reformatie liet hij zich niet de kaas van het brood eten, en dat laat hij nu ook niet gebeuren. Sint is een warme jeugdherinnering voor veel mensen - ook voor mij. Daar komen geen politie en demonstranten aan te pas. Laten we dat met z'n allen zo houden. Zodat ook onze kinderen later die warme jeugdherinnering kunnen koesteren.